Van intuïtie naar inzicht: Case study “Sporter 12” - Deel 2
- Garmt Zijlstra
- 19 sep
- 12 minuten om te lezen
Welkom bij het derde en laatste deel van onze reeks over het gebruik van data in judo. In de vorige artikelen hebben we gekeken naar de benchmark voor topjudoka’s en aan welke aannames sporter 12 zou kunnen werken om de kloof met de besten te dichten. Nu gaan we een stap verder.
Onze focus: de vier aannames over Sporter 12, de voorbeeldsporter die we volgen:
Het verhogen van het aantal verwachte scores per wedstrijd in tachi-waza.
Het verlagen van het aantal verwachte scores tegen in tachi-waza.
Het benutten van de mogelijk al sterke prestaties in ne-waza.
Het vergroten van het verschil tussen het totaal aantal verwachte scores voor en tegen per wedstrijd in positieve zin.
Maar deze aannames zijn slechts het begin. Om duidelijke stappen te zetten, moeten we ze kritisch onderzoeken. Kloppen ze? Waar liggen de kansen? En vooral: hoe brengen we deze inzichten in de praktijk?
Stap voor stap naar inzicht en actie
In dit artikel nemen we je stap voor stap mee. We laten zien hoe je met data, in combinatie met ervaring en inzicht, antwoord kunt geven op deze vragen. Geen ingewikkelde theorie, maar een zo duidelijk mogelijke praktische uitleg die jou en je team helpen betere keuzes te maken, effectiever te trainen en je strategie aan te scherpen.
We combineren feiten uit data met jarenlange ervaring om samen te werken aan groei. Want alleen met de juiste informatie weet je zeker dat je je tijd, energie en middelen besteedt aan wat echt bijdraagt aan je doelen.
Laten we dus de volgende stap zetten: de data achter onze aannames onderzoeken, waardevolle inzichten uit die data halen en deze vertalen naar concrete adviezen. Zo maken we van cijfers acties en die acties zijn nodig om te komen tot het einddoel.
Aantal verwachte scores in tachi-waza
In het vorige stuk hebben we gekeken naar de data op het vlak van tachi-waza en dan zagen we dat de sporter die we begeleiden, sporter 12, verwacht wordt 0,39 keer te scoren per wedstrijd in tachi-waza. In makkelijkere termen is dat ongeveer 2 verwachte scores in tachi-waza per 5 wedstrijden. Dit terwijl de benchmark groep bijna 2 scores per 3 wedstrijden verwacht is te maken. De aanname die we maakten is dat de sporter zijn scorend vermogen in tachi-waza moet gaan vergroten. Ik stel voor dat we eerst eens dieper ingaan op hoe het scorend vermogen in tachi-waza is opgebouwd in de data. De formule die we gebruiken voor het berekenen van het verwachte aantal scores per wedstrijd is als volgt;
Efficiëntiepercentage x Gemiddeld aantal gemaakte aanvallen per wedstrijd = Verwachte aantal scores

Als we kijken naar sporter 12 in de tabel, dan zien we dat hij gemiddeld gezien 3,16 significante aanvallen maakt per wedstrijd en dat hij zo’n 12% van zijn ingezette worpen omzet in een score. Hij scoort dus iets meer dan 1 van de 10 significante worpen die hij inzet. Als we kijken naar het gemiddelde van de benchmarkgroep, dan zien we dat zij gemiddeld gezien minder worpen inzetten per wedstrijd (2,59). Echter zien we ook dat zij een efficientiepercentage halen van 25% gemiddeld, zij scoren dus gemiddeld gezien 1 van de 4 worpen die zij inzetten. Dat is een flink verschil met sporter 12.
Het lijkt erop dat sporter 12 genoeg worpen maakt per wedstrijd, zijn aanvalsratio is goed, beter dan het gemiddelde van de benchmarkgroep. Sterker nog, als we kijken naar het aantal aanvallen van alle sporters in de benchmarkgroep en we nemen sporter 12 daar bij, dan hoort hij bij de 4 sporters die de meeste significante aanvallen maken per wedstrijd.
Als we echter kijken naar de efficientie, dan scoort sporter 12 lager dan alle sporters in de benchmarkgroep. Als we kijken naar de sporters die in Parijs op het Olympisch podium stonden, dan zien we dat zij hun percentages tussen de 22 en 29% vallen. Dat is duidelijk hoger dan sporter 12.
Wat betekent dit?
Het inzicht wat we hieruit kunnen halen, is dat sporter 12 voldoende aanvalt in tachi-waza, maar dat zijn efficientie nog te wensen overlaat. Het lijkt er dus op dat de grootste winst zit in het werken aan de efficientie van de aanvallen. Als hij het aantal aanvallen per wedstrijd op hetzelfde niveau houdt, maar hij kan efficienter zijn, dan zal zijn verwachte aantal scores ook een stuk hoger zijn. Stel hij kan 3 aanvallen per wedstrijd maken (op dit moment is dat 3,16) tegen een efficientie van 20% (dan scoort hij 1 op de 5 worpen die hij inzet), komt hij uit op een verwachte score in tachi-waza van 0,60. Dit getal ligt ongeveer op het gemiddelde van de benchmarkgroep en zou de kansen op het behalen van een Olympische medaille vergroten.
Aantal verwachte scores tegen in tachi-waza
Wat verder opviel is dat sporter 12 verwacht is om meer scores tegen te krijgen (0,40) dan dat hij zelf scoort. De benchmark groep laat hier een andere balans zien en is met 0,28 verwacht minder tegen te krijgen per wedstrijd, ook is dit minder dan de helft dan zij verwacht zijn te scoren (0,64) wat zorgt voor een positieve balans als we kijken naar de ATWS. De tweede aanname die we maakten is dat de sporter zijn verwachte aantal tegenscores in tachi-waza moet gaan verlagen. Hieronder gaan we dieper in op hoe het verwachte aantal tegenscores is opgebouwd in de data.
Hoe is dit opgebouwd?
De formule die we gebruiken voor het berekenen van het verwachte aantal tegenscores per wedstrijd is als volgt;
Efficiëntiepercentage TW tegenstander x Gemiddeld aantal aanvallen tegen per wedstrijd = Verwachte aantal scores TW tegen

Aantal aanvallen
Als we dan kijken naar de tabel, dan zien we dat sporter 12 per wedstrijd verwacht is om 2,44 aanvallen tegen te krijgen van zijn tegenstander. Dit terwijl de benchmarkgroep, de groep die wij in staat achten om het einddoel van sporter 12 al te halen, verwacht is 1,84 aanvallen tegen te krijgen per wedstrijd. Dat is dus duidelijk lager.
Efficiëntie
Kijkend naar de efficientie van de aanvallen, zien we dat 17% van de aanvallen die sporter 12 verwacht is tegen te krijgen gemiddeld gezien worden omgezet in een score. Voor de benchmarkgroep is dit gemiddeld gezien 16%. De efficientie van de tegenstander lijkt dus voor sporter 12 en de benchmarkgroep ongeveer hetzelfde te zijn.
Wat betekent dit?
Wat we hier voor inzicht uit kunnen halen is dat sporter 12 zijn tegenstanders te vrij laat om een aanval te maken. Het aantal aanvallen dat de tegenstanders omzetten in een score is niet zo hoog dus het lijkt erop dat sporter 12 wel goed omgaat met het verdedigen van ingezette worpen. Echter is het zo dat als het aantal aanvallen duidelijk hoger ligt, je ook verwacht bent meer tegen te krijgen bij eenzelfde efficiëntie van de tegenstander. Hier lijkt het er dus op dat we zouden moeten proberen om het aantal verwachte aanvallen van de tegenstander terug te brengen naar 2,00 (in plaats van 2,44). Als we ervoor zorgen dat de tegenstanders nog steeds maar in 17% van de gevallen efficiënt omgaan met de aanvallen dan zorgt dat ervoor dat het verwachtte aantal scores tegen terug kan worden gebracht tot 0,34 (wat al duidelijk lager is dan de huidige 0,40.
Scoren in ne-waza
Wanneer we keken naar de data die gaat over het ne-waza, dan zien we dat de sporter die wij begeleiden precies op het gemiddelde scoort, hier zit zo op het eerste gezicht geen groot verschil met de benchmark. Het idee was dat als we iets dieper ingaan op de data dat we hier nog andere dingen kunnen zien, maar kijkend naar de verwachte scores voor en tegen zijn er geen grote verschillen met de benchmark. Wat we wel konden zien is dat er maar drie van de elf sporters in de benchmark groep verwacht zijn meer te scoren per wedstrijd in ne-waza. Dit zou kunnen laten zien dat de sporter die wij begeleiden op het vlak van ne-waza een mogelijkheid heeft om zichzelf te onderscheiden van de concurrentie.

Aantal gecreëerde scoringskansen
Kijkend naar de tabel, kunnen we zien dat sporter 12 per wedstrijd ongeveer 0,47 transities maakt van het tachi-waza naar het ne-waza. Dit wil zeggen dat hij eens per twee wedstrijden een scoringskans creëert in ne-waza. Voor de benchmarkgroep geldt dat dit aantal met 0,53 iets hoger ligt maar niet veel. Wellicht ligt een oorzaak in de grote verschillen in kwaliteit in ne-waza, als we namelijk kijken naar de individuele sporters in de benchmarkgroep dan zien we dat het aantal scoringskansen dat de sporters creëren nogal uiteenlopen van 0,19 tot 1,04. Sporter 12 lijkt hier dus een beetje tussenin te vallen.
Efficiëntie
Als we kijken naar het efficiëntiepercentage, dan scoort sporter 12 ongeveer een van zijn drie scoringskansen die hij creëert in ne-waza. Het gemiddelde van de benchmark ligt met 32% op ongeveer dezelfde hoogte, maar ook hier is het de moeite waard om te melden dat deze percentages uiteenlopen van 10% tot 54% en dat als we kijken naar het Olympisch podium van Parijs dat drie van de 4 sporters op het podium tussen de 45% en 54% scoorden wat duidelijk hoger is dan sporter 12.
Wat betekent dit?
Het inzicht wat we hieruit kunnen halen is dat sporter 12 al heel goed mee komt met het niveau van de benchmarkgroep als het gaat om de sporters die verwacht zijn het meeste te scoren in ne-waza. Kijkend naar de data is het denk ik de moeite waard om meer te investeren in dit onderwerp, vooral aanvallend.
We kunnen het aantal verwachte scores in ne-waza omhoog brengen als we ervoor zorgen dat we het gemiddeld aantal transities per wedstrijd omhoog brengen van 0,47 naar 0,75. Kijkend naar de benchmarkgroep is dit geen gek aantal transities die tot een scoringskans leiden per wedstrijd. Het zou betekenen dat sporter 12 in drie op de vier wedstrijden een scoringskans in ne-waza creëert. Het de efficientie van de gecreeerde scoringskansen zou ik omhoog willen brengen van 33% naar 40%. Dit lijkt een klein verschil maar als we beide omhoog kunnen brengen dan zorgt dat ervoor dat sporter 12 verwacht wordt om ongeveer eens per drie wedstrijden (0,30) te scoren in ne-waza. Met dit aantal zou hij behoren tot de die beste scoorders in ne-waza van de benchmarkgroep, wellicht klinkt dit hooggegrepen, echter om tot unieke resultaten te komen moet er ook ambitieus gekeken worden naar de doelstellingen.
De totaalscore (ATS)
Wat interessant is, om nu, in tegenstelling tot het tweede artikel, als laatste te kijken naar de Adjusted Total Score (ATS). Wat ze kunnen doen is kijken naar wat onze voorgestelde ontwikkelpunten op basis van de inzichten doen met de ATS. De formule voor de ATS is als volgt;
Het aantal scores dat de sporter in totaal is verwacht te maken per wedstrijd - het aantal dat de sporter in totaalverwacht is tegen te krijgen in totaal per wedstrijd = ATS

Adjusted total score
Het lijkt erop dat als we kijken naar de benchmarkgroep maar ook naar de benchmark over alle gewichten, dat een hogere ATS een goede voorspeller is voor succes in judo. Dit wil dus zeggen dat als je in verhouding meer scoort dan dat je tegen krijgt, de kans groter is dat je meer wint. Dat lijkt logisch maar zoals je hierboven kan zien kan je veel meer uit deze conclusie halen dan slechts dat het logisch is.
Wanneer we naar sporter 12 keken, viel het direct op dat er een groot verschil zat in de waarde die sporter 12 haalt (0,08) en de gemiddelde ATS waarde van de benchmark groep (0,47). Wat verder opviel is dat sporter 12 bijna net zoveel scores is verwacht te maken per wedstrijd (0,54) als dat hij er verwacht is tegen te krijgen (0,46).
In voorgaande stukken hebben we gekeken naar de componenten van de ATS en hoe we met de inzichten die we daaruit konden halen konden bepalen hoe we sporter 12 konden verbeteren. Met andere woorden, we hebben gekeken naar waar we verbeteringen dienen door te voeren bij sporter 12 om ervoor te zorgen dat hij een kans maakt om zijn einddoel (het Olympisch Podium) te halen.
Aantal scores in tachi-waza
Het eerste wat we willen bereiken is het vergroten van het aantal verwachte scores in tachi-waza, we denken dit te kunnen bereiken door 3 aanvallen per wedstrijd maken (op dit moment is dat 3,16) tegen een efficiëntie van 20% (dan scoort hij 1 op de 5 worpen die hij inzet), komt hij uit op een verwachte score in tachi-waza van 0,60. Dit getal ligt ongeveer op het gemiddelde van de benchmarkgroep. Het doel ligt hier dus vooral in het verbeteren van de aanvallende efficiëntie.
Aantal scores tegen in tachi-waza
Het tweede wat we voorstellen te bereiken is het verminderen van het het aantal verwachte aanvallen van de tegenstander en dit terug te brengen naar 2,00 (in plaats van 2,44). Als we ervoor zorgen dat de tegenstanders nog steeds maar in 17% van de gevallen efficiënt omgaan met de aanvallen dan zorgt dat ervoor dat het verwachtte aantal scores tegen terug kan worden gebracht tot 0,34 (wat al duidelijk lager is dan de huidige 0,40).
Ne-waza
Kijkend naar ne-waza willen we ons vooral gaan richten op het aanvallen op de grond en vanuit de transitie. Het doel moet zijn dat sporter 12 in drie op de vier wedstrijden een scoringskans in ne-waza creëert. De efficiëntie van de gecreëerde scoringskansen zou ik omhoog willen brengen van 33% naar 40%. Dit lijkt een klein verschil maar als we beide omhoog kunnen brengen dan zorgt dat ervoor dat sporter 12 verwacht wordt om ongeveer eens per drie wedstrijden (0,30) te scoren in ne-waza.
Verdedigend krijgt de sporter in ne-waza al niet erg veel tegen en het lijkt er dus niet op dat het de moeite waard is om hier extra investeringen in te doen.
Wat betekent dit?
Het is natuurlijk interessant om te kijken wat onze voorgestelde aanpassingen doen met het totaalbeeld. Als we kijken naar het huidige beeld dan zien we dat de ATS van sporter 12 uitkomt op 0,08. Vergeleken met de benchmark groep 0,48 is dit laag en dit zorgt ervoor dat de kans dat de sporter met de huidige scores een Olympische medaille kan halen klein is.
Als we onze voorgestelde doelen kunnen halen dan zorgt dit ervoor dat de sporter verwacht wordt om per wedstrijd 0,90 scores te halen. Dit wil zeggen dat de sporter in 9 van de 10 wedstrijden een score haalt, dit aantal zou hoger zijn dan het gemiddelde van de benchmark (0,80). Als we onze wijzigingen doorvoeren dan is het aantal verwachte scores tegen per wedstrijd (0,39) nog wel iets hoger dan de benchmark groep (0,32) maar de uiteindelijke ATS score groeit hiermee van 0,08 naar 0,51 als we de doelen halen. Zo zien we wederom dat op het eerste oog kleine wijzigingen kunnen leiden tot een groot resultaat.
Een score van 0,51 zou ervoor zorgen dat de sporter boven het gemiddelde van de benchmarkgroep (0,47) scoort, echter moet daarbij nog wel worden gezegd dat het Olympisch podium nog steeds uitdagend is als we kijken naar die gemiddelde ATS van 0,65. Wellicht kan een goede omgang met straffen en tactisch vernuft ervoor zorgen dat dit gedeelte ook wordt overbrugt, we hebben hier in deze stukken nog niet naar gekeken.
Advies
Nu we ervoor hebben gezorgd dat ons gevoel en onze ervaring niet alleen leidend zijn, maar dat we dit hebben gecombineerd met harde feiten, dienen we natuurlijk nog een vertaalslag te maken naar de praktijk. We moeten niet aan onze expertise op judogebied voorbij te gaan, we hebben nu door de data slechts een factor toegevoegd aan het vormen van onze benchmark en aan onze kennis om tot een plan te komen. Op basis van de data kunnen we komen tot een advies aan sporter 12, we zullen dit puntsgewijs doen en ons nog niet verdiepen in specifieke oefenvormen.
Kijkend naar de data en de inzichten die we hieruit hebben opgedaan, komen we tot een aantal punten die kunnen worden toegevoegd aan de benchmark, the gap en de goalsetting. Deze punten zijn onzes inziens als volgt;
Verbeter de efficiëntie van je aanvallen in tachi-waza
Door technische perfectionering van technieken.
Coaching op het herkennen van openingsmomenten.
Vertrouwen opbouwen in je technieken.
Verminder het aantal scores tegen in tachi-waza
Gericht trainen op kumi-kata om gripsituaties te winnen en een dominante positie te krijgen in je wedstrijden.
Defensieve oefenvormen om kansen voor de tegenstander te minimaliseren inbrengen.
Video-analyse inzetten om je fouten te herkennen en te vermijden.
Verhoog je aantal scoringskansen in de transitie van tachi-waza naar ne-waza
Zorg voor een mindset waarbij ne-waza als een grote kans wordt gezien om beter te zijn dan de concurrentie
Train gericht op transities en zorg er daarmee voor dat je altijd volledige situaties traint en niet alleen een ne-waza techniek.
Benadruk in randori tachi-waza dat elke transitie van tachi-waza naar ne-waza wordt benut.
Vergroot je efficientie in ne-waza
Maak keuzes in je systeem voor ne-waza, zorg ervoor dat je ne-waza geen ‘los zand’ is maar dat technieken elkaar aanvullen.
Zorg ervoor dat je ne-waza systeem geïntegreerd raakt in je tachi-waza spel, je mag de twee niet los zien van elkaar aangezien het spel altijd in tachi-waza begint.
Zorg voor technische perfectie in de uitvoering van de technieken die onderdeel zijn van je ne-waza systeem en zorg ervoor dat ze afhankelijk van reacties van de tegenstander op elkaar aansluiten.
Wanneer bovenstaande adviezen worden opgenomen in het complete plan richting het einddoel, zal de kans groter worden dat sporter 12 zijn doel van het behalen van een Olympische medaille gaat bereiken. Vergeet niet dat het gebruik van data slechts een onderdeel is van het opstellen van het plan; kennis, expertise en ervaring blijven van onschatbare waarde in het bepalen van de ontwikkelrichting.
Bij Katalyst Performance Consulting geloven we dat data-analyse een verschil kan maken in de het project van sporters. Of je nu sporter, coach, bond of club bent, wij staan voor jullie klaar om samen met jullie een vertaalslag te maken van data naar actie. We kunnen je helpen met het implementeren van data-analyse in jouw projecten, waardoor je inzichten krijgt die je prestaties significant kunnen versterken. Wij geloven dat data-analyse niet alleen van toegevoegde waarde is voor de absolute top maar dat het ook binnen talentontwikkeling een rol kan hebben.
Wil je weten hoe wij jouw trainingen, strategieën of organisatie kunnen ondersteunen met data-gedreven inzichten? Neem dan gerust contact met ons op via info@katalystperformance.nl. We denken graag mee en kijken uit naar een mogelijke samenwerking om samen jouw einddoel te bereiken.


