top of page

Oplossingsgericht Coachen - Het experiment

Het realiseren van verbetering kan alleen in de praktijk worden bewerkstelligd. De sporter zal tijdens het gesprek met zijn of haar coach zelf niet de kans krijgen om zich de benodigde skills eigen te maken. Het is dus goed om met de sporter af te spreken waar hij of zij zich tussen de sessies mee gaat bezighouden, waarmee hij of zij gaat ‘experimenteren.’

 

Het experiment

Tussen de sessies gaat de sporter bezig met zijn experiment. Wanneer de sporter tussen de sessies aan de slag gaat met zijn of haar eigen gedrag zijn er een aantal zaken van belang.

 

Allereerst is het van belang dat de sporter anders gaat denken. De sporter dient te weten welk gedrag hij wil veranderen maar ook op welke wijze hij of zij dan wil doen. Bovendien is het belangrijk dat de sporter weet hoe hij het ‘nieuwe gedrag’ uit moet voeren.

 

Naast dat de sporter weet welk gedrag hij of zij zou moeten laten zien om vooruit te gaan, is het ook belangrijk dat de sporter weet dat hij of zij het kán uitvoeren. Bovendien heeft de sporter er vertrouwen in dat het goed voor hem of haar zou zijn om het gedrag vaker te laten zien.

De sporter dient zich bewust te zijn van het feit dat hij of zij het gedrag wat al werkt blijft herhalen. Het behouden van de juiste koers, door middel van het herhalen van succesvol gedrag, is belangrijker dan te snel te veel te willen doen.

 

De coach dient de sporter aan te moedigen om zijn of haar eigen gedrag te blijven observeren. De sporter moet blijven nagaan wat er al goed gaat en moet nagaan wat hij of zij niet wil veranderen.

 

Uitkomsten

Wanneer de sporter terugkomt voor een volgend gesprek zijn er twee belangrijke dingen om uit te vragen voor de coach;

 

  • Wat is er beter gegaan sinds ons vorige gesprek?

  • Wat is er veranderd?

 

De antwoorden op deze vragen kennen grofweg drie uitkomsten en/of antwoorden;

 

  • Er zijn positieve veranderingen

  • De situatie is hetzelfde gebleven

  • Het is slechter gegaan

 

Positieve veranderingen

Wanneer de sporter inziet dat hij of zij een positieve verandering heeft doorgemaakt is het voor de coach van belang dat hij of zij de sporter laat stilstaan bij de successen. Het stilstaan bij de successen verhoogt het zelfvertrouwen van de sporter en daarmee de kans dat hetzelfde gedrag wordt herhaald.

 

Verder is het van belang dat sporter succesvolle veranderingen internaliseert, veel sporters zullen geneigd zijn om eerste successen toe te schrijven aan anderen, toeval of verdere externe omstandigheden.

 

Andere mogelijkheden die de coach heeft om vooruitgang in beeld te brengen voor de sporter zijn;

 

  • Het laten zien van de verbetering in een schaal

  • Laat de sporter beoordelen of hij of zij in staat is de verbetering te herhalen

  • Blijf tegen de sporter zeggen; blijf herhalen wat werkt

 

De situatie is hetzelfde gebleven

Wanneer sporters aangeven dat de situatie hetzelfde is gebleven of dat er niets veranderd is, geven ze in principe aan dat ze zelf geen verbetering hebben gezien. Het is van belang om dit laatste in te zien, de waarneming van de sporter hoeft niet te betekenen dat er daadwerkelijk geen verbetering tot stand gekomen is.

 

Een ander belangrijk uitgangspunt is; wanneer de situatie hetzelfde is gebleven, is het niet slechter geworden. Als coach kan je dan tenminste vragen wat de sporter heeft gedaan om de situatie hetzelfde te houden.

 

De situatie is slechter geworden

In sommige gevallen zal een sporter aangeven dat de situatie slechter geworden is. Dit is voor een coach in veel gevallen een moeilijke situatie.

 

Wanneer een sporter terugvalt in gedrag kan de coach het volgende stappenplan volgen;


  1. Teruggaan naar eerder succes, toen het nog goed ging.

    1. Wat was er anders voordat dit gebeurde?

    2. Wat deed je toen anders dan nu?

  2. Vragen wat de sporter deed om te voorkomen nog verder terug te vallen.

    1. Waaraan zag je dat je terugviel?

    2. Hoe voorkwam je dat je dingen deed die je niet moest doen?

  3. Wat deed de sporter wanneer hij of zij door kreeg dat hij of zij terugviel?

    1. Waaraan merkte je het? (Intern en Extern).

    2. Wat deed je om terug te komen op het juiste pad?

  4. Vraag het verschil tussen de huidige en eerdere terugval uit.

  5. Wat heeft de terugval je geleerd?

 

Tot slot

Bovenstaande stuk laat een bepaalde manier van coaching zien. Naast de bovenstaande theorie is het van belang om het theoretische deel aan de praktijk te kunnen koppelen. Deze stap van theorie naar praktijk zal worden gemaakt in het volgende stuk.

 

Het volgende stuk zal zich richten op het opstellen van een plan voor de sporter. Het plan zal, net als in bovenstaande theorie, gaan over een eindpunt, doelen en een route.

 
 
bottom of page